Dienstapotheek Drechtsteden

Karel Lotsyweg 8 3318 AL Dordrecht Tel:078 - 652 34 76

Medische Encyclopedie

Inhoud

nivolumab

Nivolumab is een monoklonaal antilichaam. Dit is een doelgerichte kankerremmende stof (’targeted therapy’). Het versterkt het effect van de eigen afweercellen tegen kankercellen.

Artsen schrijven het voor bij bepaalde vormen van huidkanker (melanoom), slokdarmkanker, maagkanker, kanker van het hoofd- en halsgebied, longkanker, niercelkanker, kanker van de dikke darm en endeldarm, blaaskanker, kanker aan het longvlies (mesothelioom) of lymfeklierkanker.

Wat doet nivolumab en waarbij gebruik ik het?

Kanker

Kanker is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende aandoeningen, waarbij lichaamscellen zich ongeremd vermenigvuldigen. Het gevolg zijn tumoren (gezwellen) of afwijkingen in bloed en lymfebanen. Het is een ernstige ziekte die fataal kan zijn als men er niets aan doet.

Dankzij nieuw onderzoek is tegenwoordig goede behandeling voor veel soorten kanker mogelijk. Bij snelle behandeling voorkomt u dat een kankergezwel doorgroeit in het omringende weefsel of dat het uitzaait. Bij uitzaaiingen ontstaat kanker op andere plaatsen in het lichaam.

Oorzaak
In elke cel zit DNA. DNA bevat de erfelijke eigenschappen van ons lichaam, zoals de bloedgroep en de kleur van de ogen. Door het DNA weten cellen wat ze moeten doen, bijvoorbeeld ook hoe snel ze zich moeten delen. Bij een celdeling ontstaan uit één cel twee dochtercellen, met exact hetzelfde DNA als de moedercel. Als het stukje DNA dat de celdeling bestuurt beschadigd raakt, kan de cel zich sneller gaan delen. De dochtercellen van elke cel bevatten dezelfde beschadiging in het DNA. Daardoor gaan ook deze cellen zich ongeremd delen, met kanker tot gevolg.

Hoe de beschadiging in het DNA ontstaat, is vaak onbekend. Het lijkt soms te komen door chemische stoffen als teer in tabaksrook, of door asbest, alcohol, te veel of te vet voedsel, straling of door een erfelijke aanleg.

Verschijnselen
Kanker is een verraderlijke ziekte. Elke kankersoort veroorzaakt weer andere klachten. In het beginstadium zijn er vaak helemaal geen verschijnselen. Pas als een kankergezwel tegen zenuwen aandrukt, is pijn te voelen. Sommige klachten komen bij vrijwel alle kankersoorten voor, zoals erge vermoeidheid, gebrek aan eetlust en sterke vermagering (bijvoorbeeld meer dan drie kilo per maand).

  • Bij de huidkanker melanoom merkt u een soort moedervlek. Veel mensen hebben er in het begin vrijwel geen klachten van. Maar elke moedervlek die verandert kan melanoom zijn. Let daarom op moedervlekken die langzaam of snel groter of dikker worden, een grillige rand hebben, verkleuren, ontstoken raken, gaan bloeden of jeuken. Ga daarom voor controle naar een arts als u een dergelijke “moedervlek” opmerkt.
  • Bij longkanker moet u ook hoesten, heeft u soms pijn op de borst en bent u kortademig.
  • Bij niercelkanker ziet u soms bloed in de urine, en heeft u soms pijn en druk in de rug en zij. Heel vaak merkt men echter niets van de kanker, en zorgen de uitzaaiingen pas voor klachten.
  • Bij blaaskanker merkt u soms aanhoudende blaasontsteking, moeilijk kunnen plassen, pijn bij het plassen, bloed in de urine en pijn onder in de buik.
  • Bij lymfeklierkanker, zoals de ziekte van Hodgkin, voelt u zwellingen van de lymfeklieren (in hals, onder de oksels en in de liezen), heeft u koorts en last van nachtelijk zweten.
  • Bij plaveiselcel-carcinoom ziet u een roze knobbeltje met een ruwige vervellende of schilferende top of een zweertje met korstjes dat niet meer geneest en gemakkelijk kan bloeden.
  • Bij slokdarmkanker heeft u soms klachten tijdens of na het eten, zoals hoesten, opgeven van voedsel of hinderlijke hik, een vol gevoel, en geeft u soms bloed op.
  • Bij longvlieskanker (mesothelioom): heeft u soms pijn op de borst, moet u hoesten en bent u kortademig.
  • Bij kanker van de dikke darm en endeldarm kunt u last krijgen van een andere stoelgang of buikpijn. Als de tumor in de buurt van de anus zit, is er soms rood bloed vermengd met de ontlasting. Als de tumor hogerop in de darmen zit, wordt de ontlasting zwart door verteerd bloed.
  • Bij maagkanker kan bloed bij de ontlasting zitten. Bij een maagtumor verteert het bloed. Hierdoor kan de ontlasting zwart verkleuren. Bovendien kunt u ernstige buikklachten krijgen.

Behandeling
De behandeling hangt af van de plaats waar de kanker zit en het stadium van de ziekte. Operatie, chemotherapie met cytostatica en bestraling zijn de meest voorkomende behandelingsmethoden.

Artsen schrijven nivolumab voor:

  • bij vergevorderd melanoom, als een operatie niet mogelijk is. Bovendien controleert de specialist eerst of het type kankercel gevoelig is voor dit middel. Meestal krijgt u het samen met een ander middel tegen kanker, namelijk ipilimumab.
  • bij longkanker. U krijgt het samen met een ander middel tegen kanker. 
  • bij sterk uitgebreide niercelkanker.
  • bij vergevorderde blaaskanker.
  • bij de ziekte van Hodgkin, die is teruggekeerd na eerdere behandelingen of niet heeft gereageerd op eerdere behandelingen.
  • bij slokdarmkanker of kanker bij de slokdarm en maag die sterk is uitgebreid of uitgezaaid, als eerdere chemotherapie niet voldoende is geweest of als een operatie niet mogelijk is. Soms krijgt u het samen met een ander middel tegen kanker. 
  • bij een vorm van huidkanker (plaveiselcelkanker) rond het hoofd en de hals, als eerdere chemotherapie niet voldoende is geweest.
  • bij kanker van het longvlies (mesothelioom) als een operatie niet mogelijk is. Meestal krijgt u het samen met een ander middel tegen kanker, namelijk ipilimumab. 
  • bij kanker van de dikke darm en enkeldarm die is uitgezaaid en als andere chemotherapie niet voldoende heeft gewerkt. U krijgt het samen met een ander middel tegen kanker, namelijk ipilimumab. 

Werking
Uw lichaam strijdt zelf ook tegen kankercellen. Onder andere doordat u afweercellen heeft die kankercellen aanvallen. Sommige soorten kankercellen zijn in staat deze afweercellen uit te schakelen, waardoor ze hun werk niet meer kunnen doen.
Nivolumab voorkomt dit. Het versterkt dus de eigen afweer van het lichaam tegen de kankercellen.

Lees meer over kanker . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Door de lijst van bijwerkingen kan het lijken dat het middel erger is dan de kwaal. Maar de bijwerkingen komen lang niet bij iedereen in dezelfde mate voor. Bovendien gaan de bijwerkingen na de behandeling geleidelijk over.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Vermoeidheid, zwak gevoel.

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, diarree, buikpijn, verstopping, braken en minder eetlust.

    Zeer zelden maagpijn, ontsteking van het maagslijmvlies en een zweer in de darm.
    Bij misselijkheid schrijft de arts een antibraakmiddel voor. Soms helpt het om vaker te eten, maar dan kleine beetjes. Bij maagpijn en een zweer in maag kan uw arts een maagbeschermend medicijn voorschrijven.
    Zelden ontstaat een ernstige diarree. U kunt hierdoor uitdrogen. Zorg dat u extra drinkt als u diarree heeft of moet overgeven.
    Neem contact op met uw arts als u behalve uw normale ontlastingpatroon viermaal of vaker per dag dunne ontlasting heeft, als u bloed in de ontlasting ziet of als u ook 's nachts diarree heeft. Ook als u vaker dan één keer per dag moet braken moet u de arts waarschuwen.

  • Huiduitslag, jeuk of galbulten. 

    Zelden een droge huid of witte vlekken op de huid (vitiligo).
    In zeldzame gevallen rode jeukende vlekken op armen en benen, psoriasis (rode dikke plekken op de huid met schilfers) en een rode kleur van neus en wangen (rosacea).
    Huiduitslag, rode huid of galbulten kunnen wijzen op overgevoeligheid, maar dat hoeft niet. Zie Zelden Overgevoeligheid. Raadpleeg bij deze verschijnselen uw arts.

  • Meer kans op infecties door bacteriën, schimmels of virussen. Met name infecties op de luchtwegen. Neem contact op met uw arts bij de volgende verschijnselen: onverklaarbare koorts of keelpijn, blaasjes in de mond of keel, verkoudheid, griep, steenpuisten of andere huidinfecties.

    Dit komt omdat uw lichaam minder witte bloedcellen aanmaakt.

  • Meer kans op bloedingen, zoals blauwe plekken en bloedneuzen. Neem contact op met uw arts bij onverklaarbare bloedneuzen, onderhuidse bloedinkjes en blauwe plekken.

    Deze bijwerking ontstaat door een tekort aan bloedplaatjes. Soms is het nodig de volgende dosis uit te stellen totdat de hoeveelheid bloedplaatjes weer op peil is.

  • Bloedarmoede doordat het lichaam te weinig rode bloedcellen aanmaakt. U merkt dat aan extreme vermoeidheid.

    Uw arts zal uw bloed regelmatig controleren.

  • Te veel glucose (suiker) in het bloed. U merkt dat doordat u meer dorst heeft, veel moet drinken en plassen.

    Waarschuw dan uw arts.

  • Te weinig glucose (suiker) in het bloed. U merkt dat aan klachten zoals duizeligheid en verward zijn.

    Een te lage suikerspiegel kan leiden tot flauwvallen.

  • Afwijkingen in de hoeveelheid mineralen in het lichaam.

    De hoeveelheid calcium, magnesium, kalium of natrium kan te hoog of juist te laag worden. Uw arts zal tijdens de behandeling uw bloed regelmatig hierop controleren.

  • Spierpijn, pijn in de gewrichten, gewrichtsontsteking.

    In zeer zeldzame gevallen kan spierpijn ontstaan door een ernstige bijwerking op de spieren. De verschijnselen van deze ernstige bijwerking zijn spierzwakte, koorts, misselijkheid en u voelt u flink ziek. Waarschuw dan direct uw arts.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Infecties van de luchtwegen, zoals bronchitis of longontsteking. Waarschuw bij benauwdheid, kortademigheid en hoesten uw arts.

  • Te trage of juist te snelle werking van de schildklier. U merkt een te snelle schildklier aan snelle hartslag, gejaagd gevoel, warmtegevoel, zweten en gewichtsverlies. Een te langzame schildklier aan vermoeidheid, gevoel van koude en gewichtstoename.

    Als u een van deze verschijnselen opmerkt, raadpleeg dan uw arts.

  • Droge mond, verstoorde smaak, pijnlijke mond, tong of keel en zweertjes in de mond.

    Deze bijwerkingen ontstaan door ontsteking van de slijmvliezen van mond en keel, slokdarm. U kunt dit zien aan een vuurrode kleur van de slijmvliezen. Eten en drinken kunnen hierdoor pijnlijk zijn.
    In veel gevallen helpt het om op ijsblokjes te zuigen, tijdens en direct na de chemotherapie. Tijdens de chemokuur kunnen ingrepen aan uw gebit of in uw mond de klachten verergeren. Daarom is het verstandig vóór u aan de chemokuur begint, uw tandarts uw gebit te laten controleren en eventueel behandelen. Verzorg uw gebit extra goed door een aantal maal per dag te poetsen met een zachte tandenborstel. Ook kunt u spoelen met een desinfecterende mondspoeling.

  • Pijn, roodheid, irritatie op de plaats van het infuus.

    Meestal ontstaan de klachten binnen een dag na het infuus. Soms helpt het om de huid te koelen met koude kompressen.

  • Reactie op het infuus met als meest voorkomende verschijnselen rillingen, duizeligheid, koorts, hoesten, benauwdheid en snelle hartslag.

    De verschijnselen treden op binnen enkele uren na start met het infuus en verdwijnen binnen een dag. De arts of verpleegkundige zal u tijdens het infuus en de uren erna regelmatig controleren. Bij ernstige klachten kan uw arts andere medicijnen voorschrijven om deze klachten te verminderen, zoals de pijnstiller paracetamol, middelen tegen allergie en inhalatoren tegen benauwdheid. In een enkel geval is het nodig om de behandeling te stoppen.

  • Zenuwproblemen. U merkt dit aan hoofdpijn, duizeligheid, een doof of tintelend gevoel in handen of voeten of brandende pijn in armen of benen.

  • Tranende of juist droge ogen en wazig zien.

    Om oogklachten te voorkomen, kunt u beter geen contactlenzen dragen. Gebruik een zonnebril bij scherp zonlicht.
    In zeldzame gevallen ontstaat een ontsteking in de oogbol (uveïtis). U merkt dit aan een pijnlijk, rood oog en onscherp zien. Waarschuw dan direct een arts.

  • Haaruitval. Niet alleen van hoofdhaar, maar ook van wenkbrauwen, wimperhaar, oksel- en schaamhaar.

    Na de behandeling zal het haar na ongeveer een maand weer gaan groeien.

  • Snelle hartslag, hartritmestoornissen. Mensen met hartfalen kunnen meer last krijgen van hun klachten.

    Uw arts zal de werking van uw hart controleren voordat u begint en tijdens de behandeling elke 3 maanden.

  • Hoge bloeddruk, vasthouden van vocht (oedeem). Als u vocht vasthoudt (dikke enkels) of kortademig bent moet u uw arts of verpleegkundige waarschuwen.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit kunt u merken aan galbulten, koorts, benauwdheid, duizeligheid of flauwvallen.

    Waarschuw bij deze verschijnselen uw arts of verpleegkundige. In zeer zeldzame gevallen kan een ernstige huidaandoening ontstaan met blaarvorming. De blaren ontstaan met name op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen. Ook kan een ernstige overgevoeligheidsreactie optreden met koorts en huiduitslag. In alle gevallen moet u onmiddellijk een arts opzoeken of naar de Eerste-Hulpdienst gaan.
    Als u overgevoelig bent, mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef het aan de apotheker door. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

  • Nierfalen. Dit merkt u aan minder plassen en donkere urine, hoofdpijn en misselijk zijn, vochtophoping zoals dikke enkels, handen of een dik gezicht.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Verminderde aanmaak van hormonen door onder andere een klier in de hersenen (hypofyse) en de bijnieren.

    Uw arts zal u regelmatig controleren.

  • Verminderde werking van de lever, leverontsteking, ontsteking van de alvleesklier. Neem contact op met uw arts of verpleegkundige bij drukpijn rechts boven in de buik of een gele kleur van uw huid of oogwit (geelzucht).

    Uw arts zal de werking van uw lever controleren. Als uw lever te sterk achteruit gaat, kan de arts de dosering verminderen, of de behandeling tijdelijk onderbreken.

  • Verminderde werking van de nieren, ontsteking van de nieren.

    Uw arts zal de werking van de nieren controleren.

  • Meer kans op de chronische ziekte sarcoïdose (orgaanontsteking).

  • Blaasontsteking

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik nivolumab gebruiken met andere medicijnen?

Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Vaccins, zoals bof-mazelen-rodehondvaccin (BMR), gelekoortsvaccin, rotavirusvaccin en BCG-vaccin. Nivolumab vermindert de werkzaamheid van deze vaccins en kan de kans op bijwerkingen ervan verhogen. Gebruik deze vaccins NIET. Overleg hierover met uw arts.

Het is belangrijk dat uw arts weet welke medicijnen u nog meer gebruikt. Neem daarom uw medicatieoverzicht mee als u naar het ziekenhuis gaat. Dit is een overzicht waarop staat welke medicijnen u gebruikt, maar ook of u bijvoorbeeld allergisch bent voor bepaalde medicijnen. U kunt dit overzicht bij uw eigen apotheek opvragen. Krijgt u in het ziekenhuis nieuwe medicijnen, of verandert er iets aan uw medicijngebruik? Geef dit dan ook weer door aan uw eigen apotheek. Dan blijft uw medicatieoverzicht actueel.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden
Heeft u last van duizeligheid, vermoeidheid of wazig zien? Dan kan dit uw rijvaardigheid beïnvloeden. Rijd geen auto als u hier last van heeft.

alcohol drinken?
Alcohol irriteert de slijmvliezen van maag en darmen. Het vergroot daardoor de kans op maagdarmklachten. Gebruik daarom liever geen alcohol tijdens de kuur en zolang u last heeft van uw maag en darmen.

alles eten?
U kunt alles eten wat uw maag of darmen verdragen. Bepaalde soorten voedsel zijn echter af te raden als u last heeft van uw maag.

Op deze site kunt u onder ‘Klachten & ziektes’, ‘Maagklachten’ adviezen vinden voor mensen met maagklachten.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Gebruik dit medicijn NIET als u zwanger bent of binnenkort zwanger wilt worden. Het is niet bekend of dit medicijn schadelijk is voor het ongeboren kind. In theorie kan het schadelijk zijn voor de baby. Gebruik daarom goede anticonceptie tijdens en tot en met 5 maanden na de laatste dosis. Overleg hierover met uw arts.

Borstvoeding
Geef GEEN borstvoeding als u dit medicijn gebruikt. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk komt. Als dit gebeurt, kan het ernstige bijwerkingen bij het kind veroorzaken.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Het infuus wordt door een arts of verpleegkundige in een ziekenhuis toegediend.

Hoe?
Het infuus duurt 30 minuten of 1 uur. Na het infuus moet u enige uren in het ziekenhuis blijven. Zo kan de arts of verpleegkundige er op letten of u goed op het infuus reageert.

Wanneer?
U krijgt het infuus meestal eenmaal per 2 weken, eenmaal per 3 weken of eenmaal per 4 weken.

Hoelang?
Dit medicijn wordt gebruikt zolang het een gunstig effect heeft op de aandoening.

Terug naar overzicht