Medische Encyclopedie
Inhoud
- Wat doet caplacizumab en waarbij gebruik ik het?
- Wat zijn mogelijke bijwerkingen?
- Mag ik caplacizumab gebruiken met andere medicijnen?
- Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?
- Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?
- Hoe gebruik ik dit medicijn?
caplacizumab
Caplacizumab is een monoklonaal antilichaam. Dit is een doelgerichte stof. Het remt de vorming van bloedstolsels door bloedplaatjes.
Artsen schrijven het voor bij aTTP (verworven trombotische trombocytopenische purpura), een zeldzame ziekte van de bloedstolling.
Wat doet caplacizumab en waarbij gebruik ik het?
Bloedstollingsziekten
Bloedplaatjes klonteren samen als een bloedvat is beschadigd. Bijvoorbeeld na een snee. Hierdoor stopt het bloeden. Soms kunnen bloedplaatjes klonteren als dat niet nodig is. Dan ontstaat er een bloedklont die een bloedvat kan blokkeren. Daardoor krijgen de organen niet genoeg bloed en raken ze beschadigd.
Oorzaak
aTTP (verworven trombotische trombocytopenische purpura) is een zeldzame ziekte van uw afweer. Door aTTP ontstaan kleine bloedklontjes in uw bloedvaten. Uw afweer breekt een bepaald enzym af, waardoor bloedplaatjes samen gaan klonteren. Dit enzym zorgt er normaal voor dat uw bloed niet samenklontert.
Het is niet bekend hoe aTTP ontstaat.
Verschijnselen
Door aTTP kunt u sneller gaan bloeden. Dat komt omdat er minder bloedplaatjes zijn doordat deze onterecht klonteren. Als er dan wél een wondje is, stolt het bloed niet genoeg. Deze bloedingen zorgen voor paarse puntjes of kneuzingen onder de huid (purpura).
U kunt verder bleek zijn of zich moe voelen. Ook kunt u moeilijk ademen, koorts hebben, in de war zijn en last hebben van hoofdpijn of een snelle hartslag. Dit komt door de klontvorming.
Werking
Caplacizumab grijpt aan op een bepaald eiwit dat een rol speelt bij de bloedstolling. Door dit eiwit te blokkeren, remt caplacizumab de vorming van bloedklonten.
U krijgt caplacizumab samen met plasma en medicijnen die uw afweer remmen. U krijgt deze behandeling totdat het enzym dat uw bloedstolling regelt, weer goed op peil is. Nadat u stopt met plasma uitwisselen blijft u dit medicijn nog een tijd gebruiken.
Lees meer over bloedstollingsziekten . “Wat zijn mogelijke bijwerkingen?
Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)
Bloedingen, zoals neusbloedingen en bloedingen van het tandvlees. Zelden ernstige bloedingen.
Zelden bloedingen van het oog, in de longen, maag, darmen of in het hoofd. U kunt daarbij last krijgen van minder goed zien, pijn, overgeven, in de war zijn, nekklachten en epileptische aanvallen. Raadpleeg dan meteen uw arts.
Verder kunt u last krijgen van blauwe plekken, bloed in de plas of uit de vagina of anus (poepgat). Raadpleeg uw arts als u merkt dat u bloedingen heeft.Galbulten
Hoofdpijn, moe zijn, koorts
Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)
Reacties op de plek van de injectie. Zoals jeuk of huiduitslag.
Benauwd gevoel
Spierpijn
Beroerte
Dit merkt u opeens. Bijvoorbeeld door verlammingen in het gezicht (zoals een scheve mond), verward spreken en denken, verlammingen aan arm of been, dingen minder goed zien en tintelingen. Waarschuw meteen een arts.
Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden
Uitleg frequenties
Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen
Mag ik caplacizumab gebruiken met andere medicijnen?
Er zijn van dit medicijn geen belangrijke wisselwerkingen met andere medicijnen bekend.
Het is belangrijk dat uw arts weet welke medicijnen u nog meer gebruikt. Neem daarom uw medicatieoverzicht mee als u naar het ziekenhuis gaat. Dit is een overzicht waarop staat welke medicijnen u gebruikt, maar ook of u bijvoorbeeld allergisch bent voor bepaalde medicijnen. U kunt dit overzicht bij uw eigen apotheek opvragen. Krijgt u in het ziekenhuis nieuwe medicijnen, of verandert er iets aan uw medicijngebruik? Geef dit dan ook weer door aan uw eigen apotheek. Dan blijft uw medicatieoverzicht actueel.
Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?
Ja, dat kan. U mag autorijden, en u mag eten en drinken zoals u normaal doet.
Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?
Zwangerschap
Bent u zwanger of wilt u zwanger worden? Overleg dan met uw arts. Er is nog te weinig bekend over dit medicijn tijdens de zwangerschap.
Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven? Overleg dan met uw arts. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk is voor de baby.
Hoe gebruik ik dit medicijn?
Hoe?
De eerste keer krijgt u dit medicijn via een injectie in uw bloedvat door uw arts of verpleegkundige. Daarna krijgt u het via een injectie onder de huid van uw buik
Mogelijk leert uw arts of verpleegkundige u hoe u de injectie onder uw huid zelf kunt zetten.
Zelf injecteren
- Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek of in de bijsluiter.
- Lees de gebruikshandleiding in de verpakking goed door
- Van de arts of verpleegkundige van het ziekenhuis krijgt u een uitgebreide uitleg. Vraag om extra uitleg als u nog vragen heeft over hoe u zelf moet injecteren onder uw huid. Injecteer niet rondom uw navel.
- Bewaar dit medicijn in de koelkast (niet in het vriesvak). Breng het medicijn eerst op kamertemperatuur voordat u het gebruikt.
- Bewaar het in de originele verpakking. Zo is het beschermd tegen licht.
- U mag dit medicijn ook bij kamertemperatuur bewaren (onder de 25 °C). Maar niet langer dan 2 maanden.
Wanneer?
U krijgt dit medicijn 1 keer per dag. De injectie in uw bloedvat krijgt u voor u begint met het uitwisselen van plasma. De injecties onder uw huid krijgt u elke dag nadat u plasma heeft uitgewisseld. Als u geen plasma meer uitwisselt gebruikt u dit medicijn ook 1 keer per dag.
Hoelang?
U krijgt dit medicijn zolang u wordt behandeld voor aTTP. Als u stopt met het uitwisselen van plasma, gebruikt u caplacizumab nog 30 dagen. Uw arts kan ook ervoor kiezen om dit medicijn langer te geven.